Taakbelasting en werkcontext van leraren

In opdracht van de Minister van Onderwijs Hilde Crevits onderzocht de onderzoeksgroep TOR van de Vrije Universiteit Brussel de tijdsbesteding en taakbelasting van Vlaamse leraren. 9.596 leraren uit het basis- en secundair onderwijs hielden hiervoor gedurende een week hun tijdsbesteding bij via de MOTUS-app. Geprojecteerd op een volledig kalenderjaar (inclusief de vakanties) besteden de deelnemende leerkrachten gemiddeld 39u31’ per week aan hun job. Een voltijdse opdracht neemt in het basis onderwijs 41u11’ in beslag, in het secundair onderwijs is dat 41u50’. Tijdens de lesweken bedraagt de werktijd van een voltijdse leerkracht in het basisonderwijs 49u30’ per week, in het secundair onderwijs is dit 47u59’ per week. 60 à 70% van de werktijd wordt besteed aan les geven en lesvoorbereiding. De overige tijd gaat naar administratie, organisatie, beleidstaken en professioneel overleg.hero-images-case7-smal

Om het werk van leraren goed in te schatten, is ook de context van het werk belangrijk. Daarvoor kijkt het onderzoek ondermeer naar de timing, de plaats en de voldoening van het werk. Voor de meeste leerkrachten situeert de werkdag zich tussen 8:00 en 16:00 (inclusief de middag), tijdens de avond is op elk moment tussen 19:30 en 21:30 30% van de leerkrachten aan het werk, ook op zondagavond is er een duidelijke piek. Naast de school is thuis dan ook een belangrijke werkplaats. Leerkrachten uit het basisonderwijs besteden ongeveer 27% van de totale werktijd thuis (vakanties inbegrepen), bij leerkrachten uit het secundair onderwijs is dat zelfs 41%. De leerkrachten basisonderwijs halen meer voldoening uit het werk dan hun collega’s uit het secundair onderwijs. De laagste graad van voldoening vinden we bij leerkrachten in het ASO (2de/3de graad), de hoogste in het buitengewoon basisonderwijs en het BSO en DBSO.

De presentatie, de rapporten en de samenvatting kunnen hier gedownload worden.
De documenten zijn ook beschikbaar via de hbits-website. hbits is de Spin-off van de Onderzoeksgroep TOR.

Contact: