Vrouwen werken van bij het begin van hun carrière vaker deeltijds

De Tijd. 18 April 2023. Door Sarah Lamote en Olaf Verhaeghe

 

Vrouwen werken van bij het begin van hun carrière vaker deeltijds

Terwijl mannen in België pas op het einde van hun carrière deeltijds beginnen te werken, doen vrouwen dat al meteen nadat ze zijn afgestudeerd. ‘Een school- poort die om halfvier sluit, is absurd voor twee voltijds werkende ouders!’

Dat vrouwen vaker deeltijds werken dan mannen, was bekend. Maar na onderzoek van De Tijd blijkt dat vrouwen daarmee al bij hun eerste stappen op de arbeidsmarkt beginnen. In de eerste vier jaar nadat ze zijn afgestudeerd, werkt meer dan 42 procent van de vrouwen in België deeltijds, tegenover een kleine 15 procent van de mannen. Dat blijkt uit cijfers van het Belgische statistiekbureau Statbel die De Tijd analyseerde.
Onvrijwillig deeltijds werk kan een verklaring zijn. Maar naarmate de carrière vordert, blijft het verschil in arbeidstijd aanhouden. Na een carrièrevan negen jaar werkt 28 procent van de vrouwelijke werknemers deeltijds. Hoe langer vrouwen aan de slag zijn, hoe vaker dat deeltijds gebeurt. Bij mannen blijft dat percentage laag (rond 7%) om pas op het einde van hun carrière – en vooral na hun 55ste- te stijgen.

39 procent van de vrouwelijke loontrekkenden en zelfstandigen in ons land werkt deeltijds. Bij mannen is dat iets meer dan 11 procent. Of een volle week wordt gewerkt of niet hangt af van de sector.

In de zorgsector (44%), de horeca (38%), administratieve diensten (35,5%) en ook het onderwijs (29%) werken velen deeltijds, terwijl voor- al in de zorg en het onderwijs de vraag naar extra handen groot is. Van de vrouwen in de zorg werkt ruim de helft deeltijds, in het onderwijs meer dan een derde. Bij mannen schommelt dat rond 20 procent.

Een deel van de verklaring ligt in de aard van de job. Vrouwen zijn vaker aan de slag in sectoren waar deeltijds wordt gewerkt. Door de onregelmatige uren en het nachtwerk kiezen ze voor een inkorting van de arbeidstijd. ‘Voor velen is het de enige manier om de job werkbaar te houden’, zegt onderzoeker Frank Janssens van de werkbaarheidsmonitor van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).

Voor het onderwijs ligt de verklaring elders. Velen kiezen bewust voor een carrière voor de klas omdat die goed combineerbaar zou zijn met een gezin. Een misvatting’, zegt Janssens. ‘In de praktijk worden ze geconfronteerd met een andere realiteit met veel extra werk, waardoor ze alsnog kiezen voor een deeltijdse job! In de driejaarlijkse bevraging van de SERV wordt de balans werk-privé in het onderwijs het meest als problematisch omschreven.’

Daarnaast spelen traditionele genderrollen. Vrouwen nemen het grootste deel van het huishoudelijke werk op zich. Volgens het jongste tijdsbestedingsonderzoek van het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen blijkt dat vrouwen gemiddeld 10 uur per week meer besteden aan huishoudelijke taken en de zorg voor de kinderen.

‘Dat vrouwen al vanaf het begin van hun loopbaan deeltijds werken, valt grotendeels te verklaren door andere levensbepalende mijlpalen die in die periode plaatsvinden, zoals samenwonen en kinderen krijgen’, zegt Theun Pieter van Tienoven, tijdsocioloog aan de VUB. ‘Combineer dat met moeilijk te vermurwen rollenpatronen en je krijgt die cijfers!’

Dat is ook te zien in de motivatie om deeltijds te werken. Bij loontrek- kende vrouwen is de voornaamste reden de zorg voor hun kinderen of andere personen, zoals ouders en schoonouders. Mannen gaan vooral deeltijds werken om ‘persoonlijke redenen’ of voor een opleiding.

Moet de genderkloof in deeltijds werk een probleem zijn? ‘Als het een bewuste keuze is minder te werken, is dat geen probleem’, zegt Van Tienoven. Al is deeltijds werk een belangrijke oorzaak van de loonkloof en de kleinere kans op promotie!

In Nederland, waar veel vrouwen deeltijds werken vanwege de dure kinderopvangplekken, begon de overheid eind maart een nieuwe campagne om vrouwen te overtuigen meer uren te werken. Dat moet een antwoord bieden op de personeelstekorten in de zorg en het onderwijs. Karien van Gennip, de Nederlandse minister van Sociale Zaken, raadde vrouwen een gesprek ‘aan de keukentafel’ en met hun werkgever aan.

Van Tienoven is geen voorstander. ‘Het legt het probleem bij de vrouw, terwijl onze maatschappelijke tijdsindeling slecht is afgestemd op een gezin waar twee ouders voltijds werken, Denk aan de schoolpoort die om halfvier sluit, de vrije woensdagnamiddag of winkels die om 18 uur sluiten. Dat is absurd voor twee werkende ouders. Als een van de twee inbindt, is dat vaker de vrouw

Rollenpatronen veranderen neemt generaties in beslag. ‘Wel kan de overheid signalen geven, zegt Van Tienoven, ‘Zoals met een langer vaderschapsverlof en gelijk loon voor gelijk werk. Want als de keuze zich opdringt wie minder gaat werken, is dat vaak de persoon met het laagste inkomen!’