Gegenderde drempels voor museumbezoek

Het is geweten dat er veel mensen niet participeren en geen bezoek brengen aan culturele activiteiten (59,7% niet aan erfgoed, 61,3% niet aan bioscoop, 76% niet aan concerten en 68,8% niet aan musea). Waarom zij niet participeren, is echter minder duidelijk. Onderzoekers Francisca Mullens en Ignace Glorieux onderzochten de redenen die mensen opgeven om niet naar een museum te gaan vanuit het ‘hierarchical constraint’ kader en bekijken we of vrouwen en mannen verschillen in de ervaren drempels.

 

Binnen het gebruikte kader delen we drempels aan participatie onder in drie groepen: intrapersoonlijke, interpersoonlijke en structurele drempels. Intrapersoonlijke drempels zijn zaken die mee de voorkeur vormen voor bepaalde activiteiten (bv. socialisatie, interesses, gezondheidsproblemen, …). Hier interageren psychologische kenmerken met vrijetijdsvoorkeuren. In deze studie bestaan intrapersoonlijke drempels uit redenen die de respondenten aangaven rond interesse, gezondheid en het niet op het gemak zijn. Interpersoonlijke drempels zijn eerder het resultaat van interacties of relaties met anderen. Deze kunnen zowel een invloed hebben op iemands voorkeuren als op iemands participatie zelf. Structurele drempels zijn drempels die extern aan het individu zijn en die, los van interesse of voorkeur, verhinderen dat deze persoon kan deelnemen aan bepaalde activiteiten, bv. te hoge kostprijs of te weinig tijd. Men heeft wel interesse om te participeren, maar kan om een of andere reden niet. Deze structurele drempels verdelen we hier onder in vier sub dimensies: geografische, financiële, tijdsgebonden en informatieve redenen.

 

Interessedrempels

Mensen die geen museum bezochten zes maanden voorafgaand de bevraging, geven het vaakst intrapersoonlijke drempels op, en dan vooral de interessedrempels. Deze interessedrempels komen vaker voor bij lager opgeleiden dan bij hoger opgeleiden. Dit zijn erg moeilijke drempels om mee te werken aangezien ze te maken hebben met de voorkeuren die mensen hebben, mede omwille van socialisatie. Deze zijn niet gemakkelijk te wijzigen. Bovendien kunnen deze redenen onderliggende drempels en motivaties verbergen. De tijdsdrempels, als deel van de structurele drempels, komen na interessedrempels het vaakst voor en zien we vaker terug bij hoger opgeleiden.

 

Vrouwen en mannen

Hoewel zowel vrouwen als mannen vaak interessedrempels aanduiden, geven mannen toch meer dan vrouwen deze drempels aan en ervaren vrouwen meer structurele beperkingen dan mannen. Redenen hiervoor kunnen zijn dat vrouwen meer interesse hebben in musea en hierdoor minder aangeven dat dit hen weerhoudt. Een andere mogelijkheid kan zijn dat normen en waarden rond gender vrouwen voorschrijven eerder te denken aan de situationele context (kinderen, huishouden, …) en dus ook prioriteit geven hieraan. Dit is in lijn met eerder onderzoek rond ethics of care (Henderson & Allen, 1991) en het gevoel geen aanspraak te hebben op bepaalde vrijetijdsactiviteiten (Henderson & Bialeschki, 1991).

Vrouwen geven vaker dan mannen interpersoonlijke en structurele drempels aan, maar ook binnen de groep vrouwen vinden we verschillen. Oudere vrouwen zijn dubbel benadeeld op vlak van interpersoonlijke drempels en vrouwen met een lager subjectief gezinsinkomen zijn dubbel benadeeld op vlak van interpersoonlijke en structurele drempels. Met andere woorden: de kans dat zij dit soort drempels aangeven als reden voor het niet bezoeken van musea is groter dan voor jongere vrouwen en vrouwen met een hoger subjectief gezinsinkomen.

 

Deze studie verklaart de discrepanties in de ervaring van drempels aan de hand van de hiërarchie van sociaal privilege en gender privilege.

 

Publicatie:

Mullens, F. & Glorieux, I. (2019). No interest, no time! Gendered constraints to museum visits in FlandersLoisir et Société / Society and Leisure. (Online first, DOI: 10.1080/07053436.2019.1626036)