We willen flexibel zijn, maar tegelijk ook onbereikbaar

Het toegenomen thuiswerk heeft de grens tussen het werk- en privé-leven verder doen vervagen. De roep om het recht op onbereikbaarheid buiten de werkuren te waarborgen klinkt steeds luider, maar valt dit te rijmen met de nood aan flexibiliteit? In nieuwe – soms tijdelijke – cao’s voor thuiswerk tijdens de pandemie nemen steeds meer bedrijven een ‘recht op deconnectie’ op. Zo mogen federale ambtenaren vanaf februari niet meer na de normale werkuren worden opgebeld en als ze buiten de normale arbeidstijd geen werkgerelateerde berichten lezen, mogen ze daarvan geen nadelen ondervinden. De maatregel komt er als reactie op overmatige werkstress en een stijgend aantal burnouts.

Af en toe onbereikbaar zijn, is belangrijk voor de mentale gezondheid van werknemers. Toch schuilt er ook gevaar in te rigide regels omtrent werkuren. ‘Voor sommigen is het net een zegen van thuiswerk dat ze overdag even iets anders kunnen doen, en dan ‘s avonds een uurtje langer werken.’ zegt arbeidssocioloog Ignace Glorieux in De Standaard. ‘Werkgevers en oversten kunnen niet eisen dat werknemers in het weekend of ‘s avonds hun e-mails beantwoorden. Maar als je ze echt digitaal afsluit buiten de werkuren, dwing je mensen van nine to five te werken. Dat kan ook niet de bedoeling zijn.’ Er is eerder nood aan een mentaliteitswijziging waarbij onderlinge afspraken kunnen worden gemaakt.