Hoe zot is werken in uw vakantie? ‘Je had net zo goed thuis kunnen blijven!’

De Standaard. 5 juni 2023. Door Peter Vantyghem

 

Een kwart van de Belgen is van plan om vanuit de vakantiebestemming te werken. Collega Peter Vantyghem was de voorbije jaren een van hen en vraagt zich nu af hoe hij zich tot zo’n valstrik heeft laten verleiden.

Het klinkt geweldig: je begroet ’s morgens het azuurblauw, trekt je luchtigste zomerkledij aan, ontbijt met gezonde granen en neemt dan de laptop om je mails te beantwoorden en meteen maar wat suggesties te doen aan het thuisfront. Daarna even het zwembad in, de krant lezen en dan komt de lunch er al weer aan.

Vakantie!!

Voor Mark Tigchelaar, neuropsycholoog en auteur van het boek Focus aan/uit, klinkt het verhaal zo: je bevindt je in een prachtige locatie en in plaats van er helemaal van te genieten, jaag je jezelf op omdat je bang bent dat in je mail een bedreiging, of een kans, in ieder geval een noodzaak schuilt. ‘Dus sta je ’s morgens op onder de azuurblauwe hemel met de gedachte dat je alert moet zijn, en dat vertaalt je brein in een stijgend cortisolniveau. Vakantie? Je had net zo goed thuis kunnen blijven!’

Ik beken: ik heb ooit vakantie genomen op een hemels eiland, waar ik de hele dag ging stappen of zwemmen, om dan elke avond door te werken.

Ik beken: ik heb zelfs eens vrouw en kinderen achtergelaten op een camping in de Landes omdat ik zo nodig drie dagen plichtbewust wilde gaan werken in België. En ja, ik check op vakantie mijn mails, geef vaak ook antwoord, en neem telefoons van onbekenden op.

Misschien heeft die Mark Tigchelaar wel gelijk?

Andere planeet

Mijn mooiste vakantie speelde zich af in 2005 in Griekenland. Een hele maand weg met het gezin, dat was (uitzonderlijk) een stuk langer dan het gemiddelde van negen dagen dat Belgen nemen. Heerlijk gevoel er helemààl uit te zijn geweest. De kustlijn van de Peleponesos, de geur van bakkende aarde, dineren op het strand terwijl de golven over je voeten klotsen: je vergeet er je paswoorden bij.

Ondrej Mitas, toerismedocent aan de universiteit van Breda, legt uit: ‘Het is van groot belang dat je vakantieperiode duidelijk verschilt van je gewone leven, omdat alle goeds dat zo’n vakantie je geeft precies van die verschillen komt. Je moet echt het gevoel hebben dat je werk zich op een andere planeet afspeelt, en dat je alles vergeet wat ermee te maken heeft. Zo doe je nieuwe kracht en creativiteit op. Als je je werk meeneemt, lukt dat niet.’

Ik denk aan die camping in Delphi waar je vanuit het zwembad uitkeek over een zee van olijfbomen, honderd meter dieper; aan de verslavende geur van sparren in de Landes, vermengd met de oceaanwind; aan het museum van Frida Kahlo in Mexico City; aan een namiddagje kanovaren in de Lesse op een snikhete zomerdag en aan die drie weken rondreizen in Vietnam. Allemaal goeie ervaringen zonder één momentje werk.

Toerisme is daarop gericht. In fijne kunststeden, onbetreden natuur, kleurrijke pretparken krijgen we de kans op nieuwe ervaringen en onthechting, alsof we daar een biologische nood aan hebben. Waarom kiezen steeds meer mensen er dus voor om die kans vrijwillig de nek om te draaien?

Bewuste keuze?

Socioloog Theun Pieter van Tienoven (VUB) verwijst naar de ICT-revolutie die de smartphone tot bureau omtoverde, en naar de covidcrisis die het thuiswerken tot een ‘recht’ maakte. ‘Zo infiltreerde werk steeds meer in onze persoonlijke levenssfeer, maar is het nu een noodzaak om werk mee te nemen op vakantie, of kiezen we er bewust voor?’, vraagt hij zich af.

Goeie vraag. Misschien zijn we blind aan het worden voor de vele utilitaire credo’s die zich in onze levens geïnstalleerd hebben. Zoals het idee dat wie flexibel is, gemotiveerder is. Of de gedachte dat we door ons eigen werkritme te beheren, productiever zijn, desnoods door in het weekend werk op te halen. Of nog dieper, dat werken meer betekenis heeft dan nietsdoen.

‘Sommige mensen kunnen niet loskoppelen, omdat ze overal beschikbaar willen zijn en de controle behouden’, zegt Van Tienoven. ‘Maar wanneer je werkt op je vakantie, vraag je je brein om steeds opnieuw te refocussen tussen werk en plezier. Dat vreet energie en betekent tijdsverlies. Het versnippert je aandacht en dat is iets wat de meeste mensen niet aankunnen, omdat je hersenen tijd nodig hebben om allerlei indrukken te verwerken.’

Volgens onderzoekers Laura M. Giurge and Kaitlin Woolley haalt de combinatie tussen werk en vrije tijd de intrinsieke motivatie van mensen naar beneden, omdat ze een conflict ervaren tussen beide. Wat prettig, betekenisvol of interessant zou moeten zijn, is dat veel minder en het idee dat je er je salaris mee pimpt – de extrinsieke motivator – kan dat niet goedmaken.

Oplaadmoment

Het internet bulkt van de enthousiaste ideeën voor een ‘geslaagde werkvakantie’, maar ik ben voorzichtig. Allerlei microinvullingen flitsen door mijn hoofd. Elke dag een uurtje werken voor het ontbijt? Eerst drie dagen werken en dan helemaal vakantie?

Giurge en Woolley vonden hun oplossing al doende: ze reframeden hun werk-op-vakantie als ‘werktijd’ en namen daarmee de stress weg. ‘Dat is technisch correct’, zegt Tigchelaar, ‘maar het is geen oplossing, want je hebt nog steeds geen echt oplaadmoment. In een sperperiode van drie dagen kan ik me beter vinden, omdat je daar een soort ‘transitie’ zoekt. Dat werkt bijvoorbeeld ook goed wanneer je na het werk naar huis spoort. Of je hebt mensen die thuiswerken, en zich speciaal verkleden wanneer ze naar hun thuisbeleving overschakelen.’

‘Het hangt ervan af van hoeveel tijd je hebt’, vindt Ondrej Mitas. ‘Na een goed jaar heb je aan twee weken genoeg om helemaal weg te zijn, heb ik ervaren. Had je een slecht jaar, dan heb je langer nodig, en is zo’n transitieperiode moeilijker in te plannen. Maar het is geen slecht idee om in je laatste werkdagen wat af te bouwen en een en ander klaar te maken.’

Volgens de nieuwe vakantiebarometer van Europ Assistance kiest één derde van de vakantiewerkers voor zo’n in- of uitglijperiode. Ik twijfel. Ik heb geen zin om twee dagen voor het einde van de vakantie wat werkgevoel terug te vinden, want het eigene van vakantie is nu net dat je dan vrijer bent om te doen wat je wil. Mijn methode staat niet in het (overigens schaarse) onderzoek over dit thema: voor vertrek plan ik al wat werk en afspraken in de week van terugkomst. De geruststelling dat ik dan een vliegende start neem, brengt met zich mee dat ik er in mijn vakantie niet aan denk dat ik op een dag terug moet naar de plicht.