De verzorgingsstaat staat sedert de economische recessie van de jaren zeventig onder druk. Radicale kritieken op de verzorgingsstaat komen niet enkel uit neoliberale hoek, maar worden ook vertolkt door de populistische en rechts-radicale politieke partijen die de laatste jaren in veel Europese landen opgang hebben gemaakt. Deze economische en politieke uitdagingen voor de verzorgingsstaat vormen tevens de context waarbinnen de sociale en economische attitudes van de gewone burgers gestalte krijgen. In dit onderzoeksproject gaat de aandacht uit naar het ideologisch draagvlak van de verzorgingsstaat onder de bevolking.
Dit onderzoek wil via comparatief empirisch onderzoek bijdragen aan de theorievorming rond de ontwikkeling van sociaal-economische attitudes. Zowel de algemene sociaal-economische attitudes (houdingen ten aanzien van sociale ongelijkheid en economische herverdeling, individualisme versus collectivisme, universalisme versus particularisme, enzovoort) als de standpunten ten aanzien van concrete beleidsmaatregelen zullen worden onderzocht. Daarbij wordt nagegaan hoe en in welke mate deze attitudes uitgekristalliseerd zijn tot ideologische clivages en hoe deze clivages zich verhouden tot socio-demografische kenmerken en politiek-electorale posities van de bevolking.