Nog steeds genderongelijkheid op vlak van deeltijds werk

Voorbije week kopte De Morgen meermaals over deeltijds werk als dé manier om een goed evenwicht te vinden tussen loopbaan en privéleven. Reden hiervoor zijn nieuwe cijfers van SD-Worx die stellen dat steeds meer jongeren bewust kiezen voor een viervijfdebaan. Goed nieuws? Niet noodzakelijk zeggen sociologen Theun Pieter van Tienoven en Deborah De Moortel in hun opiniestuk in De Morgen. Op basis van hun eigen onderzoek trachten ze de positieve berichtgeving over deze cijfers wat te nuanceren.

De cijfers van SD-Worx tonen immers een opvallende ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Het zijn vooral jonge vrouwen die opteren voor deeltijds werk, terwijl weinig jonge mannen dit doen. Daarnaast neemt het aandeel vrouwen dat voor deeltijds werk kiest alleen maar verder toe naarmate ze ouder worden, terwijl het aandeel bij mannen net afneemt. Uit onderzoek blijkt dat deeltijds werk voor vrouwen een manier is om werk en gezin te combineren, terwijl het voor mannen veeleer een opstap is naar een voltijdse betrekking.

Daarnaast zijn bepaalde vormen van deeltijdwerk precair te noemen. Belgische vrouwen die deeltijds werken ervaren meer stress, botsen vaker op het glazen plafond, genieten slechtere sociale bescherming en een lager pensioen dan vrouwen die voltijds werken. Uit onderzoek blijkt dat wanneer een overheid actief inzet op de dubbele rol die vrouwen spelen (rol van werknemer en rol van moeder of huisvrouw) het mentaal welzijn van deeltijdswerkende vrouwen een stuk hoger ligt.

Lees hier het volledige opiniestuk.

media_xll_8952222