Gender verschillen in mentale gezondheidsproblemen en de rol van sociale steun

Mentale gezondheid is een belangrijke internationale beleidsprioriteit. In 2013 keurde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een resolutie goed die pleit voor een omvattend actieplan om mentale gezondheid te bevorderen op nationaal niveau. Adolescenten en jongvolwassen verdienen hierbij bijzondere aandacht. De helft van alle mentale gezondheidsproblemen bij volwassenen start op de leeftijd van 14 jaar oud en drie kwart op de leeftijd van 25 jaar oud. Volgens de meest recente statistieken, ervaart elk jaar, ongeveer 20% van de adolescenten mentale gezondheidsproblemen waarvan depressie en angststoornissen de meest voorkomende zijn. Mentale gezondheidsproblemen worden als één van de meest voorkomende maar ook meest stigmatiserende gezondheidsproblemen beschouwd.

Mentale gezondheidsproblemen tijdens de adolescentie zijn het gevolg van een complex en dynamische proces tussen individuele kenmerken en gedragingen (bvb.: genetische factoren, emotionele en sociale intelligentie), sociale en economische omstandigheden (bvb.: ervaren sociale steun, armoede, onderwijsmogelijkheden), en bredere sociaal-culturele omgevingsfactoren (bvb.: sociaal en economisch beleid op nationaal niveau, discriminatie). Deze aspecten beïnvloeden elkaar wederzijds en kunnen mentale gezondheid bevorderen of benadelen. In dit onderzoek werd nagegaan hoe gender, sociale steun, en sociaal economische status (SES) gerelateerd zijn aan drie vaak voorkomende mentale gezondheidsproblemen (psychologische stress, angst, en depressie)[1]. De gegevens in deze studie zijn afkomstig uit de Belgische gezondheidsenquête. De nationale gezondheidsenquête wordt elke 3-5 jaar afgenomen bij een representatieve steekproef van de Belgische populatie (15 tot 105 jaar oud) en tracht de gezondheid van de bevolking te monitoren. Voor de analyses werden 1433 jongeren tussen 15 en 25 jaar oud geselecteerd uit twee opeenvolgende cross-sectionele dataverzamelingen in 2008 en 2013. Dit laat ons toe om verschillen tussen (1) gender en (2) oudere adolescenten (15- tot 19-jarigen) en jongvolwassenen (20- tot 25-jarigen) na te gaan en (3) verschuivingen in mentale gezondheidsproblemen overheen 5 jaar in kaart te brengen.

De sociale steun die mensen ervaren is één van de belangrijkste beschermende factoren voor mentaal welzijn. Het hebben van sociaal kapitaal zoals positieve interpersoonlijke relaties met familie en vrienden vormt een buffer ten aanzien van factoren die mentale gezondheid negatief beïnvloeden. Daarnaast bestaan er genderverschillen voor mentale gezondheidsproblemen. Depressie, angst en psychologische stress komen vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Dit verband werd vastgesteld over verschillende landen en culturele contexten heen. Omwille van deze reden geven we specifieke aandacht aan sociale steun en genderverschillen in de empirische analyses.

Meisjes rapporteren meer mentale gezondheidsproblemen dan jongens.

We vonden dat Belgische jongens minder psychologische stress, angst en depressie rapporteren dan meisjes. Deze resultaten zijn belangrijk aangezien mentale gezondheidsproblemen die zich manifesteren in late adolescentie en jongvolwassenheid goede voorspellers zijn van mentale gezondheidsproblemen bij volwassenen. Omwille van deze reden dient gezondheidsbeleid de evolutie van mentale gezondheid bij jongeren actief te monitoren en effectieve preventie strategieën te ontwikkelen. Dit lijkt in het bijzonder van toepassing op depressie en angst bij meisjes dat in vergelijking met jongens in slechts 5 jaar tijd aanzienlijk is toegenomen. Een dergelijke toename is consistent met voorgaand onderzoek uit Engeland.

Deze genderverschillen worden in de literatuur toegewezen aan biologische verschillen en verschillen in sociale verwachtingen naar jongens en meisjes. Voorgaand onderzoek toont aan dat jongens meer moeilijkheden ervaren hun mentale gezondheidsproblemen te erkennen en maskeren deze problemen vaker via externaliserend gedrag (bvb.: antisociaal gedrag, druggebruik). Daartegenover rapporteren meisjes meer internaliserende problemen zoals depressie en angst. Van meisjes wordt verwacht dat zij gevoeliger zijn voor emoties, meer last hebben van stressvolle gebeurtenissen waarbij significante anderen betrokken zijn (zoals het overlijden van vrienden of familieleden), meer begrensde genderrollen en ontevredenheid over het lichaam ervaren, vaker rumineren als coping-strategie en meer huiselijk geweld, misbruik en prestatiedruk op school ervaren. Al het voorgaande hangt samen met een grotere kans op psychische problemen. Dergelijke aantoonbare verschillen vragen om aangepaste preventiestrategieën voor meisjes en jongens.

Daarnaast hebben oudere jongens (20-25 jaar oud) meer psychologische stress dan adolescente jongens (15-19 jaar oud). Er werden geen verschillen gevonden voor meisjes of voor andere mentale gezondheidsproblemen maar de puntschattingen wezen in dezelfde richting. Een plausibele verklaring voor deze bevinding is dat de grens tussen late adolescentie en jongvolwassenheid bijna samenvalt met het einde van de leerplicht in België (18 jaar). Jongeren die zich op dit transitiemoment bevinden gaan naar het hoger tertiair onderwijs of gaan de arbeidsmarkt op. In beide gevallen worden ze geconfronteerd met veel nieuwe ervaringen, verwachtingen, potentiële werkloosheid en verantwoordelijkheden die kunnen leiden tot meer stress en op deze manier van invloed zijn op de geestelijke gezondheid.

In stressvolle situaties is het goed om mensen te hebben waarop je kan rekenen. Eén van de belangrijkste bijdragen van deze studie is het aangetoond cruciale belang van een sociaal netwerk met betrekking tot geestelijke gezondheidsproblemen van jongeren. Adolescenten en jongvolwassenen die tevreden zijn met hun sociale contacten en/of zich sterk gesteund voelen door anderen, rapporteren minder angst, depressie en psychische problemen. In dit verband is het belangrijk om te benadrukken dat sociale relaties niet alleen ondersteuning bieden in geval van problemen (curatieve functie) maar ook kansen bieden voor (verschillende soorten) vrijwilligerswerk. Iets zinvols doen voor anderen en/of de maatschappij is een effectief middel in de zoektocht naar een eigen identiteit en wordt geassocieerd met een grotere (mentale) gezondheid (preventiefunctie).

[1] Psychologische stress werd gemeten op basis van de General Health Questionnaire (GHQ-12); Angst en depressie vormen subschalen van de Symptom Checklist-90-Revised (SCL-90-R). Meer informatie over meetinstrumenten, operationalisatie, databank, en analysetechnieken zie Van Droogenbroeck, Spruyt, & Keppens (2018).

Gebaseerd op volgend artikel:

Van Droogenbroeck, F., Spruyt, B., & Keppens, G. (2018). Gender differences in mental health problems among adolescents and the role of social support: results from the Belgian health interview surveys 2008 and 2013. BMC Psychiatry, 18. https://doi.org/10.1186/s12888-018-1591-4