Terwijl zo’n 1,2 miljoen Vlaamse leerlingen van een welverdiende paasvakantie genieten, moeten hun Franstalige leeftijdsgenoten nog krap twee weken op de tanden bijten. Pas op 1 mei breekt in Wallonië en Brussel een lesvrije periode van twee weken aan, die niet langer paasvakantie maar lentevakantie heet. De asymmetrie is het gevolg van een ingrijpende kalenderhervorming die dit schooljaar in het lager en secundair onderwijs van de Franstalige Gemeenschap wordt uitgerold.
Door de zomervakantie met een kleine twee weken in te korten, konden zowel de herfst- als krokusvakantie tot twee weken worden uitgebreid. In combinatie met de verschuiving van de lentevakantie naar begin mei ontstond zo een strak geritmeerd programma: zeven weken les gevolgd door twee weken rust. Pedagogisch onderzoek wijst uit dat de nieuwe kalender beter aansluit bij het biologisch ritme van de leerlingen. Even belangrijk: een kortere zomervakantie helpt om cognitief zomerverlies tegen te gaan.
‘Deze hervorming heeft dertig jaar in de steigers gestaan,’ zegt Jean-François Mahieu, woordvoerder van onderwijsminister Caroline Désire (PS). ‘Idealiter hadden we dit gecoördineerd met de Vlaamse Gemeenschap zodat de vakantieperiodes bleven overlappen. Helaas, op het kabinet van Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) hoorden we telkens weer dat er geen draagvlak was. Daarom zijn we maar solo gegaan, tenslotte staat deze hervorming in ons regeerakkoord.’
Voor definitieve conclusies is het te vroeg, maar de tussentijdse balans is positief. ‘Koepels, directies en ouderverenigingen zijn enthousiast over het mentale welzijn van de leerlingen’, zegt Mahieu. ‘Zelfs de toeristische sector is vol lof over de extra opties tijdens het schooljaar.’ Geen draagvlak, dat is nog altijd de reactie op het kabinet van Weyts. ‘Uit alle opiniepeilingen blijkt dat hier geen consensus over bestaat’, zegt woordvoerder Michaël Devoldere, die beaamt dat de hervorming niet meer op de agenda van deze Vlaamse regering komt. ‘Daar kan alleen polarisering van komen, het laatste wat ons onderwijs nu kan gebruiken.’
Ignace Glorieux, professor sociologie aan de VUB, ervaart een aha-erlebnis. Dertig jaar geleden leidde hij in opdracht van de socialistische onderwijsminister Luc Van den Bossche een breed opgezet onderzoek over de kwestie. ‘Koepels, directies, pedagogen, ouders, alle visies werden meegenomen’, zegt hij. ‘Zo kwamen we uit bij drie scenario’s waarvan er één boven uitstak. Dat zogenaamde ritmeringsvoorstel komt nagenoeg perfect overeen met de nieuwe kalender die nu in de Franstalige Gemeenschap wordt uitgerold. Ik herinner me nog de voorafgaande discussies die soms een ideologische draai namen. Vanuit bepaalde katholiek kringen werd een vrijzinnig complot vermoed, omdat in het ritmeringsvoorstel de paasvakantie werd losgelaten.Dat het alternatief lentefeest zou heten en bovendien op de Dag van de Arbeid zou starten, werd als bewijs gezien.’
Waarom is die studie zonder gevolg gebleven?
IGNACE GLORIEUX: Beleidsmatig werd er niks mee gedaan, onderwijsminister Van den Bossche had de studie wel besteld maar toonde geen interesse in de conclusies. Toch zijn er weinig studies waaruit de voorbije dertig jaar zo vaak geciteerd werd. De Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) heeft er opnieuw naar verwezen toen toen minis- ter Weyts hem vorig jaar om advies vroeg, naar aanleiding van de hervorming in het Franstalige onderwijs.
Ook de VLOR wierp het ontbreken van een draagvlak op. De Sociaal Ecomische Raad van Vlaanderen (SERV) wees in zijn advies op de complexiteit van zo’n hervorming en drong aan op extra onderzoek. Is het uitstel terecht?
GLORIEUX: Niemand trekt het nut van een hervorming in twijfel, maar de timing is cruciaal. Volgens de VLOR was er wel een momentum, maar helaas op het verkeerde moment. (lacht) Dat klopte vorig jaar wel, de corona-epidemie was niet het moment om de schoolkalender om te gooien. Ik ben absoluut gewonnen voor een hervorming, maar laat me toch even advocaat van de duivel spelen en wijzen op de complexiteit. De schoolkalender in het lager en secundair kan niet los worden gezien van het hoger onderwijs. Er zijn ingrijpende, buiten- schoolse gevolgen, denk aan toerisme of aan vrijetijdsbesteding zoals jeugdbewegingen en sportclubs. De schoolkalender is een van de structurerende elementen in ons tijdsgebruik, zo simpel is het. Toch moet en zal die hervorming er ooit komen. Laten we nog even wachten tot we lessen kunnen trekken uit de ervaringen van de Franse Gemeenschap. Wallonië als gidsland, zo zou je het kunnen voorstellen.
Zijn er de voorbije dertig jaar kansen gemist om de hervorming door te voeren?
GLORIEUX: Nee, het heeft er nooit echt ingezeten. Het Vlaamse onderwijs is erg conservatief, vooral de vakbonden verzetten zich tegen iedere poging tot hervorming. Ik herinner met dat de CD&V op een congres een proefballonetje opliet. Nog diezelfde avond werd het idee door een furieuze ACOD-woordvoerder afgeschoten. Terwijl het niet eens om een concreet voorstel ging! Zo zitten we nog altijd opgescheept met een kalender die zijn oorsprong heeft in ons agrarische verleden, met echo’s uit de 19 eeuw, toen kinderen alleen naar school gin- gen als ze op de boerderij konden worden gemist. Ik vind het onbegrijpelijk als je de inzet beseft. Het terugdringen van zomerverlies is een sociale maatregel, want het zijn kinderen met een kwetsbare achtergrond die tijdens te lange zomervakanties leer- en taalachterstand oplopen.
Intussen bereidt de Franse Gemeenschap al de volgende stap voor: een grondige kalenderhervorming in het hoger onderwijs.
GLORIEUX: Logisch, want de verschillende onderwijskalenders moeten op elkaar aan- sluiten. Probeer als Franstalige ouder nu maar een gezinsvakantie te plannen als je kinderen in zowel het secundair als in het hoger onderwijs hebt. Maar de geplande hervorming heeft vooral pedagogische voordelen, alweer dankzij een doordachte ritmering. De examens in het eerste semester vallen in december, zodat studenten de kerstvakantie niet langer als een verkapte blokperiode maar als een echte rustpauze ervaren. Het tweede semester stopt na de examens op 23 mei. Wie in eerste zit slaagt, heeft uitzicht op drie maanden vakantie. Ook voor de anderen is de regeling gunstig: ze krijgen een maand om te remediëren voor de herexamens begin juli. Daarna schieten er nog altijd zes weken echte vakantie over, ideaal om zich te heroriënteren mocht dat toch nodig zijn.
Wat een vooruitgang ten opzichte van de Vlaamse kalender. Herexamens eind augustus zijn absurd, zeker als het een vak is van het eerste semester. Voor heroriënteren is zo nauwelijks tijd, om nog niet te spreken van het zoeken van een kot in september. Toch willen Vlaamse studenten niet horen van een hervorming. Voornaam- ste bezwaar is de vroegere start van het academiejaar op 1 september. Ik vind dat kortzichtig.