Sociale factoren zijn bepalend voor een actieve tijdsinvulling na de werktijd

Spannen we ons meer in na werktijd wanneer we een fysiek actief beroep hebben? Of is het juist zo dat we na een dag zware arbeid, bijvoorbeeld op een bouwwerf, deze actieve houding overdag ’s avonds liever afwisselen met een meer sedentaire levensstijl voor de TV? Wetenschappers zijn het er niet altijd over eens hoe en of de fysieke intensiteit van ons werk samenhangt met onze fysieke houding na werktijd. Op basis van het Belgisch tijdsbestedingsonderzoek dat afgenomen werd in 2013, bestudeerden Jef Deyaert, Djiwo Weenas samen met de tijdsbestedingsonderzoekers van TOR, de tijdsbesteding van 2025 mensen tijdens een werkdag. Ze bekeken hoe de fysieke inspanning tijdens de werkuren samenhangt met de fysieke inspanning in de niet-werktijd. En wat blijkt? Niet de fysieke inspanningen tijdens de werkuren zijn bepalend, maar andere sociale factoren (zoals leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en familiale situatie) bepalen hoe actief we onze tijd indelen naast onze job.

“Waar mensen zich vroeger fysiek moesten inspannen om een inkomen te hebben, zijn er vandaag de dag veel meer alternatieven om zich niet te hard te moeten inspannen”

Bouw-vacaturesDeyaert, Weenas en anderen geven aan dat verschillende maatschappelijke veranderingen in de periode na de tweede wereldoorlog sedentair gedrag in de hand werken. De op (hand)arbeid gestoelde industriële economie maakte plaats voor een op kennis gefundeerde diensteneconomie, wat leidde tot een verhoogd aandeel mensen met een zittend beroep. Ook maakten we een transportrevolutie mee waarbij openbaar vervoer en autobezit beschikbaar werden voor het merendeel van onze bevolking.

Ook ons privé-leven veranderde ingrijpend. Heel wat elektrische (huishoud)toestellen deden hun intrede in ons alledaagse leven. Deze maken ons leven niet alleen makkelijker (denk maar aan wasmachines en stofzuigers), maar sporen ook aan tot sedentair gedrag (de lokroep van de televisie of de computer of tablet is voor heel wat mensen ’s avonds onweerstaanbaar). “Waar mensen zich vroeger fysiek moesten inspannen om een inkomen te hebben, om zich te verplaatsen, om huishoudelijke taken te vervullen, zijn er vandaag de dag veel meer alternatieven om zich niet te hard te moeten inspannen. Al zijn die mogelijkheden niet voor iedereen gegeven. Net hier proberen wij als sociologen sociale ongelijkheid aan de kaart te stellen door te focussen op sociale aspecten van fysiek actief gedrag”, aldus Deyaert.

Een sedentaire levensstijl is niet altijd even gezond en de bezorgdheid voor weinig lichamelijke beweging zien we dan ook regelmatig terug in de media. De  roep om meer te bewegen en bewuster te leven is dan ook vaak terug te horen. Maar er wordt ook naar andere factoren gekeken. Zo bekijken wetenschappers of een fysiek actief of passief beroep samenhangt met de levensstijl die iemand erop na houdt buiten de werkuren. Uit onderzoek van Deyaert en anderen blijkt nu dat de fysieke inspanning die men levert tijdens de werkuren over het algemeen niet bepalend is voor hoe fysiek men zich inspant helpdesk_managementtijdens zijn of haar niet-werktijd. Het zijn voornamelijk de sociale factoren die rol spelen. “Zo zien we dat mensen uit de ‘drukke leeftijd’ (tussen 35 en 44 jaar oud) die binnen verschillende levensdomeinen verantwoordelijkheden opnemen (kinderzorg, betaald werk, sociale contacten) minder fysieke inspanning leveren tijdens de tijd die ze spenderen aan vrijetijdsactiviteiten, terwijl ze meer fysieke inspanning leveren aan huishoudelijke taken en zorg voor familieleden”, aldus Deyaert. Het zijn dus ondermeer de verantwoordelijkheden buiten de job, zoals de zorg voor het gezin, die bepalen of er nog tijd is voor ontspannende activiteiten als een potje tennis of een avondje TV.

Het onderzoek van Deyaert en anderen wordt voorgesteld op het IATUR tijdsbestedingscongres dat plaatsvindt tussen 20 en 22 juli in Seoul, Zuid-Korea.