"Deze bijdrage behandelt twee hoofdvragen. Ten eerste, heeft sociale participatie een effect op cultuurparticipatie? Ten tweede, heeft cultuurparticipatie effecten op individuele mens- en maatschappijbeelden? In de analyse wordt gebruik gemaakt van de surveys van de Administratie Planning en Statistiek (APS) van 1999, 2001, 2003 en 2004. Dit laat tevens toe de evolutie van cultuurparticipatie tussen 1999 en 2004 te bekijken. Slechts 3 à 4% van de volwassen bevolking participeert regelmatig (maandelijks of meer) aan zogeheten “hogere†of “legitieme†cultuur. Grote groepen van de bevolking, twee derde tot 86%, bezochten nooit een opvoering van theater, opera of ballet. Daarenboven vinden we aanwijzingen dat die bijzonder kleine mate van participatie van 2001 tot 2004 een verdere daling vertoont. Vooral socialiserende instellingen (school, ouderlijk gezin, massamedia) beïnvloeden de cultuurparticipatie. Beide onderzoeksvragen worden bevestigend geantwoord. De participatie aan verenigingen met een sociaal-cultureel karakter gaat gepaard met een hogere graad van cultuurparticipatie. Controlerend voor een aantal andere mogelijke invloeden, blijkt “legitieme†cultuurparticipatie daarenboven gepaard te gaan met grotere verdraagzaamheid."