Het incident met Europarlementariër Jozsef Szajer van de Hongaarse Fidesz-partij, die op de vlucht sloeg na een seksfeestje met homomannen en daarna ontslag nam uit het parlement, alsook de vele berichten over de uitbreiding van LGBT-vrije zones in Polen, tonen de broze tolerantie ten aanzien van LGBTQ+ in Europa. Zowel in Hongarije als in Polen perken conservatieve partijen de vrijheid van holebi- en transgemeenschap in. Beide beroepen ze zich op christelijk geïnspireerde waarden. Ook in België lijkt religie op gespannen voet te staan met een tolerante houding tegenover LGBTQ+: gelovige christenen en moslims blijken vaker vooroordelen te hebben en negatief te staan tegenover homoseksualiteit. Dat verwondert op zich niet. Hoewel alle grote religieuze tradities een boodschap van universeel mededogen en tolerantie uitdragen, staan conservatieve interpretaties van Abrahamitische religies (waaronder het christendom en de islam) immers ook voor een uitgesproken heteronormatief kader dat homoseksualiteit expliciet verbiedt. Aangezien in westerse samenlevingen christelijke overtuigingen nog steeds een belangrijke invloed uitoefenen op politieke waarden en cultureel conservatisme, en er een stijgend aantal (jonge) moslims is onder de bevolking, blijft de hamvraag hoe we erin zullen slagen een tolerante en respectvolle houding ten opzichte van LGBTQ+ te cultiveren.
Is religie niet te verzoenen met tolerantie ten aanzien van LGBTQ+? Moeten gelovigen in Europa dan maar mee op de secularisatiegolf om toleranter te worden tegenover LGBTQ+? Eerdere discussies over de relatie tussen religie en het aanvaarden van LGBTQ+ bleven al te vaak steken op een filosofisch niveau, gingen uit van abstracte tegenstellingen tussen religie en secularisatie en boden daardoor geen concreet aanknopingspunt voor de praktijk. De manier waarop mensen hun religie beleven kent vele dimensies, en net in één van die dimensies schuilt een werkbare oplossing: onderzoek toont het bestaan van een religieuze oriëntatie aan die met verdraagzaamheid wordt geassocieerd. Ze wordt met een duur woord religieuze ‘questoriëntatie’ genoemd. Gelovigen met een religieuze questoriëntatie tonen bereidheid om te twijfelen, zelfkritisch te zijn en complexe problemen, zoals ethische verantwoordelijkheid, aan te pakken zonder afbreuk te doen aan hun complexiteit. Uit ons onderzoek blijkt dat gelovigen die blijk geven van die religieuze questoriëntatie minder anti-homogevoelens koesteren en dat zowel bij christenen als moslims. Gelovigen met een religieuze questoriëntatie lijken zich aan te sluiten bij de universele boodschap van verdraagzaamheid die hun religieuze tradities uitdragen en die de invloed kan temperen van meer conservatieve interpretaties van hun religie. Een religieuze questoriëntatie geeft hoop op het tot stand komen van verdraagzaamheid vanuit de religie zonder dat gelovigen hun religieuze identiteit moeten loslaten om compatibel te zijn met seculiere waarden. Omdat het zowel moslims als christenen kan leiden in hun religieuze beleving biedt dit een hoopvol perspectief voor de toekomst. Daarom moeten we manieren vinden om een religieuze questoriëntatie te cultiveren bij gelovigen en wellicht ook bij overtuigde secularisten. Onze bevindingen tonen dat onverdraagzaamheid ten opzichte van homo’s/lesbiennes niet noodzakelijk te maken heeft met het feit dat iemand gelovig is, maar wel met hoe iemand religie beleeft. Ze leren ons ook dat de oplossing voor het verband tussen religie en vooroordelen ten opzichte van LGBTQ+ niet schuilt in het klassieke secularisatiedenken, dat ervan uitgaat dat religie door voortschrijdende modernisering sowieso aan belang en betekenis verliest.
Filip Van Droogenbroeck, Vrije Universiteit Brussel
Bram Spruyt, Vrije Universiteit Brussel
Jessy Siongers, Vrije Universiteit Brussel
Hannah Vermaut, Vrije Universiteit Brussel