Opinie: Schrik kansarme jongeren niet nodeloos af voor de universiteit

els-consuegra

‘Als de rectoren vasthouden aan hun ambitie om onze aula’s diverser te maken, moeten ze bereid zijn de impact van ijkingsproeven op verschillende doelgroepen te bestuderen.’, schrijft Els Consuegra, professor lerarenopleiding aan de VUB, in De Morgen. Samen met o.m. sociologen, Bram SpruytFilip Van DroogenbroeckIgnace Glorieux van onze onderzoeksgroep waarschuwt ze voor de ongewenste effecten van de (niet-bindende) ijkingsproeven.

 

Al sinds 2013 organiseren exacte en toegepaste wetenschapsopleidingen in Vlaamse universiteiten ijkingstoetsen om de instapcompetenties van studenten te meten en hen een inschatting te geven van hun slaagkansen. Studenten met zeer lage slaagkansen wil men identificeren en aanzetten hun studiekeuze te heroverwegen.

Er zal altijd een groep studenten zijn die door de testen onder- of overschat wordt. Maar een groter probleem is dat eenzelfde toetsresultaat een verschillende impact heeft op de beslissingen van kansrijke en kansarme jongeren. Onderzoek leert ons dat de eersten negatieve resultaten eerder naast zich neerleggen, terwijl de laatste erdoor worden afgeschrikt. Els Consuegra stelt zich onder meer de vraag: Zouden onze dure investeringen in oriëntatie en selectie aan de poort niet meer renderen als we ze inzetten voor begeleiding doorheen de opleiding?

Als we de uitstromers zonder diploma in detail bekijken, blijkt dat de groep die afhaakt na één jaar vooral bestaat uit jongeren uit minder geprivilegieerde gezinnen. De studenten die jarenlang onvoldoendes opstapelen blijken vooral de gemiddelde studenten te zijn met hoogopgeleide ouders en een vooropleiding in het ASO. De vraag is of een ijkingstoets deze groepen zal weten te herkennen en beïnvloeden.

Lees het volledige opiniestuk hier.