Het huishoudduel anno 2020

Vrouwen werken en studeren meer dan ooit, maar thuis stokt de emancipatie. ‘De Morgen’ onderzocht waarom de huishoudelijke kloof anno 2020 zo groot blijft en welke prijs vrouwen én mannen daarvoor betalen. Buitenshuis gaan werken is voor veel vrouwen geen positief verhaal, want na het werk wacht thuis nog steeds het huishouden en de zorg voor de kinderen. Aan de hand van tijdsbestedingsonderzoek in Vlaanderen (TOR13) gaf VUB-socioloog Theun Pieter van Tienoven meer duiding bij de verdeling van de huishoudelijke taken en de kinderzorg tussen mannen en vrouwen. Al decennialang wordt onderzocht hoe koppels de huishoudelijke taken en de kinderzorg verdelen, en al even lang doen vrouwen meer dan mannen

 

Dubbele shift

Terwijl mannen per week gemiddeld 13 uur en 35 minuten besteden aan de was en de plas, loopt dat voor vrouwen op tot bijna 22 uur. Daarnaast zijn vrouwen ruim drie uur per week bezig met kinderzorg, terwijl dat voor vaders over dik anderhalf uur per week gaat. Mannen werken langere dagen, maar ze hebben ook meer vrije tijd: per week ruim zes uur meer dan hun vrouwen. Mannen hebben niet enkel meer vrije tijd dan vrouwen, die momenten zijn ook meer van hen. “Bij vrouwen noemen we de vrije tijd ‘vervuild’, omdat ze veel vaker onderbroken wordt”, zegt VUB-socioloog Theun Pieter van Tienoven.

Als je de betaalde en onbetaalde uren optelt, dan werken vrouwen per week zes tot tien uren meer dan mannen. Mannen hebben niet enkel meer vrije tijd dan vrouwen, die momenten zijn ook meer van hen. “Mannen overschatten de tijd die ze aan werk en huishouden besteden, terwijl vrouwen die tijd onderschatten”, zegt van Tienoven.

 

Routineuze taken

Vrouwen nemen vaker het routineuze werk op zich: kinderen moeten elke ochtend en avond opnieuw gevoed en klaargemaakt worden. Ook huishoudelijke taken, zoals taken wassen, strijken, stofzuigen, opruimen en schoonmaken, worden typisch door vrouwen gedaan, zo leert het tijdsonderzoek van de VUB. Natuurlijk gaat het er in sommige gezinnen anders aan toe, maar door de band genomen zijn die clichés waar: mannen zullen eerder taken op zich nemen die enigszins ontspannend zijn, waar ze al eens complimenten voor krijgen en die ze makkelijk kunnen inplannen, zoals de auto wassen of een nieuwe kast monteren.

De routineuze taken zijn weinig flexibel: wie ’s avonds voor de kinderen zorgt, moet rekening houden met trein- of bus­uren, de sluitingsuren van de crèche en de supermarkt, en de bedtijd van de kinderen. Juist die rigide planning zorgt voor veel druk en stress.” zegt van Tienoven.

En zelfs als mannen hun deel doen, dan is er nog de zogenaamde mental load, of het veelal onzichtbare werk waarmee het huishouden draaiende blijft: boodschappenlijstjes maken, vakantie­kampen zoeken, klevertjes van de mutualiteit indienen, knutselmateriaal voor school verzamelen, de baby­sit bellen, onthouden dat je deze week nog een afspraak moet maken bij de tandarts.

 

Carrière of gezin?

Als koppels hun eerste kind krijgen, dan is het vaak nog steeds de vrouw die professioneel een stap terugzet en het leeuwendeel van het huishouden en de kinderzorg op zich neemt. “Vrouwen organiseren hun werk rond hun gezin, mannen organiseren hun gezin rond hun werk.” zegt van Tienoven.

Bijna de helft van de werkende vrouwen doet dat deeltijds en vrouwen nemen ruim twee keer zoveel ouderschapsverlof op als mannen. Alle maatregelen om de combinatie werk en gezin te versoepelen, zoals betaalbare kinder­opvang, zijn vooral gericht op meer arbeidsparticipatie bij vrouwen. “Die maatregelen gaan er ook van uit dat hoe meer vrouwen werken, hoe meer mannen zullen doen in het huishouden, dat klopt niet. Onderzoek leert ons dat die vrouwen zowat het hele huishouden op zich nemen. Zij hebben het zwaarder dan vrouwen die niet of voltijds aan de slag zijn.” zegt van Tienoven. “Deeltijds werken is zowat het slechtste wat een vrouw kan doen”.

 

Lees de volledige reeks ‘Het huishoudduel’ op de website van De Morgen.