De coronacrisis maakt de onderwijskloof nog groter

Door de coronacrisis wordt de ongelijkheid in het onderwijs nog uitvergroot, schrijven Bernadette Verreth (Vrijwilliger-stafmedewerker SAM) en Ignace Glorieux (VUB). ‘Wat we nu meemaken, is schrijnend.’

De eerste schoolweek met preteaching zit erop. De kinderen kregen les en opdrachten vanop afstand. In tal van gezinnen werd alles in stelling gebracht om met de situatie om te gaan, maar na één week zitten veel ouders al met de handen in het haar. Wie thuiswerkt, komt nauwelijks nog aan werken toe, wie niet thuiswerkt, kan zijn kinderen nauwelijks bijstaan.

Als de ouders de kinderen niet helpen, dan lukt het niet. Dat is tijdens gewone schoolweken al zo. In veel gezinnen worden kinderen goed opgevolgd. Er wordt nagekeken of het huiswerk gemaakt wordt, bij problemen springen de ouders bij. Kinderen met moeilijkheden krijgen professionele begeleiding en er zijn allerlei randvoorwaarden vervuld om het kind te helpen. In andere gezinnen ontbreken die steun en randvoorwaarden. Dat weten we al decennia, studie na studie bevestigt dat ons land tot de wereldtop behoort wat onderwijs­ongelijkheid betreft. Door de coronacrisis wordt die ongelijkheid gewoon uitvergroot.

Wat we in gewone omstandigheden zien is soms al hallucinant, maar wat we nu meemaken is echt schrijnend.

Stel je voor, je woont vier jaar in België en je spreekt een klein beetje Nederlands. Je bent alleenstaande moeder van drie schoolgaande kinderen: twee in de lagere school, één in het eerste middelbaar aso. Je hebt één tweedehandslaptop, een wankele internetverbinding en een printer die maar niet aangesloten geraakt. De e-mail doet het regelmatig niet, wellicht omdat niemand in huis precies weet hoe het werkt. De kinderen hebben geen eigen kamer, laat staan een rustige plaats om te werken. De oudste dochter probeert het schoolwerk van haar zusje en broertje een beetje op te volgen, maar slaagt er niet in haar eigen werk georganiseerd te krijgen. Via Smartschool krijgt ze voor elk lesuur (32 per week) opdrachten mee, 7 op een doorsnee schooldag. Los van het feit dat ze er niet in slaagt een planning op te maken, zijn er nog tal van andere hindernissen.

De meeste opdrachten moeten ‘gedownload’ worden, ze weet niet hoe dat moet. Sommige opdrachten moet ze maken in Word: dat programma staat niet op haar laptop. Voor een andere opdracht moest ze een tekenprogramma installeren en nog andere opdrachten worden toegelicht via een filmpje dat ze niet kan bekijken, omdat ze ook daar de juiste software niet voor heeft. In de meeste gezinnen zijn die ‘probleempjes’ zo gefikst, hier lukt het niet.

De school toont veel goede wil, de leerkrachten zijn zich bewust van de problemen en helpen waar ze kunnen. Maar ondanks alle inspanningen is de toestand stilaan hopeloos (én ernstig). De kinderen zijn ontmoedigd en geven het op. Zelfs de beste renner kan de Tour de France niet winnen op een oude fiets zonder versnellingen.

Preteaching staat eigenlijk voor het vooraf instrueren van zwakke leerlingen voor lessen die ze volgen. Zo krijgen deze leerlingen individueel of in kleine groep de uitleg twee keer. Op die manier probeert men de ongelijkheid tussen leerlingen met leerproblemen of met een leerachterstand en de andere leerlingen zo klein mogelijk te houden. Het is dan ook cynisch dat in deze coronatijden net het omgekeerde gebeurt. De kwetsbare leerlingen worden nauwelijks of niet bereikt met preteaching, het zijn de betere leerlingen die er optimaal van profiteren.

Zouden we nu niet beter focussen op de kinderen die we dreigen te verliezen en met hen aan échte preteaching doen? Ook tijdens de vakantie kunnen initiatieven ontwikkeld worden – met jeugdwerkers, welzijnswerkers, opbouwwerkers, leerkrachten– om kwetsbare kinderen optimaal voor te bereiden op het nieuwe schooljaar. Als minister van Onderwijs Ben Weyts echt begaan is met gelijke kansen in het onderwijs, dan kan hij maar beter erkennen dat de laatste vier maanden van het schooljaar grotendeels verloren zijn. En dan bundelt hij zo snel mogelijk alle krachten om een reset op 1 september uit te werken en de periode die ons tot dan nog rest zo goed mogelijk te overbruggen. Laten we hopen dat dan álle kinderen kunnen aansluiten om aan een nieuw schooljaar te beginnen.

Gepubliceerd op 27 april 2020 in De Standaard.