Maatschappelijk onbehagen en de erosie van het maatschappelijk draagvlak van de verzorgingsstaat

  • Period: 30/11/2005 to 15/11/2006
  • Subsidising organisation: FOD sociale zekerheid - DG sociaal beleid
  • cultural sociology
  • Onderzoeker: S. De Groof (VUB - Vakgroep Sociologie) (30/11/2005 - 15/11/2006)
  • Promotor: M. Elchardus (VUB - Vakgroep Sociologie)

In de jaren ’70 van de 20ste eeuw kwam de verzorgingsstaat onder zware druk te staan. De grote steun die de verzorgingsstaat tot dan toe kon genieten, werd in vraag gesteld. De verzorgingsstaat zou tot luiheid en een zwakke verantwoordelijkheidszin leiden, zou de spontane structuren van steun en liefdadigheid vernielen, zou mensen in de werkloosheid houden en op die manier ook de economie verzwakken, zo luidde de kritiek. Het opduiken van die kritiek mag echter niet worden verward met het wegdeemsteren van het draagvlak van de solidariteit en de sociale zekerheid. Uit bevolkingsonderzoeken bleek dat, ondanks de economische ontwikkelingen, de neoliberale kritieken en de doorgevoerde hervormingen, de houding van de bevolking tegenover het sociaal zekerheidsstelsel relatief onberoerd en positief bleef. In Vlaanderen zijn geen studies beschikbaar die toelaten een dergelijke evolutie over de tijd te trekken. Een representatieve studie door onze vakgroep uit 2001 bij meer dan 3500 Vlamingen wees wel uit dat de steun voor de verzorgingsstaat vrij groot is, maar dat de scherpe kritiek op de verzorgingsstaat toch ook zijn weg heeft gevonden naar de opvattingen van een aantal burgers. Men dient daarin toch een erosie van het draagvlak van de solidariteit en de sociale zekerheid te onderkennen. Vandaar de belangstelling voor de oorzaken van die houding.

In dit onderzoek nemen we het draagvlak voor solidariteit bij de bevolking onder de loep. We hebben hiervoor zes databanken ter onze beschikking (over een tijdsperiode van 1996 tot 2006). Ten eerste wordt de hoogte van dit draagvlak en de evolutie ervan over de laatste 10 jaar in Vlaanderen geschetst. Ten tweede worden de verklaringen voor de steun voor of het verzet tegen de verzorgingsstaat getoetst. Een dominante stelling luidt dat de steun voor de sociale zekerheid dient te worden verklaard vanuit (welbegrepen) eigenbelang. Volgens deze opvatting steunen mensen de verzorgingsstaat en de sociale voorzieningen omdat zij daar zelf baat bij hebben of zouden kunnen hebben. Een andere veelgehoorde theorie legt daarentegen veel meer nadruk op culturele determinanten, en meent dat de steun voornamelijk dient te worden verklaard op basis van opvattingen, houdingen, overtuigingen en dergelijke meer. De bevindingen worden tenslotte gespiegeld aan een kwalitatief onderzoek. Naast diepgaande kwantitatieve analyses op verschillende databanken, voorzag dit project immers ook in een kwalitatieve aanvulling op basis van diepte-interviews met 23 Vlamingen.