In 1997 verklaarde 48% van de volwassen Vlamingen dat zij geen of weinig vertrouwen hebben in het parlement; 54% had geen of weinig vertrouwen in de regering en 59% geen of weinig vertrouwen in de politieke partijen. Het percentage Vlamingen dat politieke partijen echt vertrouwt was toen al onder de 10 gezakt. De vertrouwenscrisis is inmiddels een vertrouwd verschijnsel. Het wantrouwen is woord en beeld geworden en wij volgen de vertrouwenscrisis via opeenvolgende schokkende gebeurtenissen en onthullingen. Vanaf 1996 is het nochtans mogelijk de aard en de oorzaken van het wantrouwen op een meer systematische wijze te onderzoeken. In 1996 en 1997 werd in de APS-survey gepeild naar het vertrouwen van de Vlamingen in hun instellingen. Met de APS-survey van 1998 en 1999 kunnen we nagaan welke instellingen aan vertrouwen hebben gewonnen en welke aan vertrouwen hebben ingeboet. Bovendien kunnen we onderzoeken wat de aard en de oorzaken van het wantrouwen zijn.
A longitudinal analysis of cultural values in Flanders: a distrustful society
In 1997 48% of the adult population of the Dutchspeaking part of Belgium declared that they have no or little confidence in Parliament, 54% had no or little confidence in government and 59% had no or little confidence in political parties. The percentage of the population that really trusted political parties had by then fallen under 10. The crisis in confidence has become a known phenomenon. Distrust comes to us in texts and images and we follow the confidence crisis in a succession of shocking events and disclosures. Since 1996 it is however possible to study the character and causes of distrust in a more systematic way. In 1996 and 1997 the APS-surveys sounded out in how far the Dutchspeaking population trusted its institutions. With the 1998 and 1999 APS-surveys we can check which institutions have gained and which have lost confidence. Furthermore we are able to investigate the character and causes of distrust.