In superdiverse steden zoals Antwerpen en Gent is het belang van het vreedzaam samenleven van verschillende etnische groepen groot. Dit onderzoek tracht daarom inzicht te verwerven in de mate waarin jongeren (tussen de 14 en 18 jaar) van Marok- kaanse (N = 170) en Turkse herkomst (N = 98) bereid zijn interetnisch contact aan te gaan met andere etnische “minderheids”-groepen. Daartoe wordt de Grootstedelijke (Antwerpen en Gent) Jeugdmonitor (2012) gehanteerd en worden aan de hand van multivariate regressieanalyses de gelijkenissen en de verschillen onderzocht tussen beide herkomstgroepen in het verklaren van de bereidheid tot interetnisch contact. De resultaten suggereren dat de attitudes van Marokkaanse en Turkse jongeren via een verschillende weg vorm krijgen, waarbij de verworven kenmerken (i.e. de gevolgde onderwijsvorm) meer doorslaggevend zijn bij Marokkaanse jongeren en de toege- schreven kenmerken (i.e. het opleidingsniveau van de ouders) zwaarder doorwegen bij Turkse jongeren. Die observatie stemt overeen met de vaak geponeerde stelling dat de Marokkaanse herkomstgroep meer individualistisch is ingesteld dan de Turkse her- komstgroep. In het besluit gaan we dieper in op de implicaties van onze bevindingen.